Circa wil zeggen ‘rond’, dia wil zeggen ‘dag’: het ritme rond de dag.

Elk levend wezen met een levensduur van meerdere dagen heeft een circadiaans ritme. Deze interne klok staat bij de mens niet enkel in verbinding met elke hersenregio, maar ook met ieder lichaamsdeel. Zo zal het tijdstip van de dag bepalen of je honger hebt, wil slapen, urine of hormonen produceert, enzovoort.

Onze circadiaanse klok wordt circadiaans genoemd (en niet 24uren klok of iets dergelijks), omdat het net iets langer dan een dag in beslag neemt: ongeveer 24 uur en een kwartier. Gelukkig stellen externe indicatoren zoals de zon ons ritme elke keer wat bij.

De biologische klok in ons lichaam wordt de ‘nucleus suprachiasmaticus’ genoemd. Op onderstaande foto kan je zien hoe je lichaamstemperatuur jouw circadiaans ritme volgt. Opmerkelijk: ook al zou je wakker blijven, dan nog zou je temperatuur deze curve volgen.

Heeft iedereen hetzelfde ritme?

Neen, we kennen allemaal wel een vroege vogel of een nachtraaf. Mensen die altijd netjes op tijd willen gaan slapen en bijgevolg ook vroeg wakker zijn of mensen die net heel laat in slaap vallen en ook pas laat in de ochtend weer wakker worden.

Dit wordt ook wel het ‘chronotype’ genoemd en is sterk genetisch bepaald. Nachtraven worden vaak afgeschreven als ‘lui’ omdat ze ’s morgens de neiging hebben langer te blijven liggen. Ook wordt wel eens gezegd ‘kruip dan wat vroeger uw beddeke in’, terwijl hun interne klok dit simpelweg niet wil. Wanneer zij om half 7 door de week op moeten om te gaan werken, zullen zij het hoe dan ook moeilijk hebben.

Hoe kunnen we dit plaatsen in een evolutionair perspectief? Logisch: wanneer een groep mensen samen op hetzelfde tijdstip zou gaan slapen, zou deze groep mensen veel kwetsbaarder zijn dan wanneer ze ieder een andere voorkeur van slaaptijd hebben. Zo zijn ze beter beschermd tegen gevaren die de nacht met zich mee brengt.

Ook adolescenten of ‘bijna volwassenen’ hebben van nature uit een biologische klok die wat ‘later’ staat dan die van volwassenen. Ze worden dan ook vaak hun bed in gestuurd terwijl hun circadiaans ritme hier absoluut nog niet aan toe is. Ook dit heeft weer een evolutionaire verklaring: wanneer adolescenten later gaan slapen dan hun ouders, leren ze reeds enkele uren van de dag zelfstandig zijn. Dit is noodzakelijk, aangezien ze bijna voor zichzelf moeten gaan zorgen.

Als laatste voorbeeld nemen we het circadiaans ritme van een baby. Wanneer ‘uwe kleine’ geboren wordt, is de nucleus suprachiasmaticus nog niet ontwikkeld. Het kind heeft dus helemaal geen dag-nacht ritme. Pas vanaf een 3 à 4-tal maanden zal deze nucleus (en dus het circadiaans ritme) zich ontwikkelen. Tegen dat het kind 1 jaar is zal de nucleus suprachiasmaticus zich voldoende ontwikkeld hebben en heeft deze ook een circadiaans ritme ontwikkeld. Tot frustratie van vele ouders, zijn de eerste maanden dus niet altijd even ‘ritmisch’.