Aspecifieke lage rugpijn wordt gedefinieerd als rugpijn waarbij er geen duidelijke anatomische structuur aan te duiden is als oorzaak van de pijn. Duidelijke anatomische oorzaken die aan de grond van jouw pijn zouden kunnen liggen, zijn:
- een discushernia met zenuwcompressie
- de ziekte van Bechterew
- een breuk
- een infectie
- spondylolysthesis
- een tumor
- …
In 90% van de gevallen zullen we echter geen vinger kunnen leggen op de oorsprong van jouw pijn. Hiermee bedoel ik: niemand kan het. Er zullen altijd hulpverleners (kinesitherapeuten, artsen, specialisten, osteopaten…) zijn die het wel zullen proberen, met alle goede bedoelingen, maar ze maken zowel zichzelf als hun patiënt iets wijs.
De diagnose kan worden gesteld door ernstige oorzaken uit te sluiten waarvoor je zelden beeldvorming (MRI, Rx of CT-scan) nodig hebt. Zowel een tumor, een breuk of de ziekte van Bechterew of andere ernstige aandoeningen hebben een aantal kenmerken die we tijdens het eerste gesprek kunnen gaan opsporen. Jouw arts zal deze kenmerken herkennen en kan op dat moment beeldvorming aanvragen. Indien er geen aanwijzingen voor zijn, is een MRI nemen ook zelden nuttig.
Vervolgens kunnen we radiculaire pijn (pijn die uit de zenuwwortel voortkomt) uitsluiten door een simpele klinische test: de ‘straight leg raise test’. Bij deze test ga je simpelweg het gestrekte been heffen wanneer de patiënt op zijn of haar rug ligt. Deze test heeft een vrij goede betrouwbaarheid, zeker wanneer we beide benen gaan testen.
Wanneer we geen van bovenstaande zaken vinden, kunnen we stellen dat je last hebt van aspecifieke lage rugpijn. Deze diagnose is een pak minder spannend dan een scheefstaand bekken, een geknelde zenuw of niet weten hoe je je core moet aanspannen, maar het is wel de werkelijkheid waarmee we kampen. Hiervoor is geen beeldvorming zoals een MRI nodig. Bovendien zijn een heel aantal zaken wat je op een MRI bij personen mét lage rugpijn ziet, ook te zien op MRI’s bij asymptomatische personen! Lees hiervoor ons andere artikel over MRI’s en lage rugpijn.
We weten dus niet precies wat er pijn doet. En nu?
Op dit moment komt de “wat zit er in jouw emmer of glas” – theorie goed van pas:

Bron: www.greglehman.ca
Pijn is zeer complex en zodra je dit inziet, ontstaan er plots vele behandelingsmogelijkheden. We kunnen het ontstaan van pijn bekijken als een emmer: de emmer wordt gevuld door verschillende zaken en er ontstaat pijn wanneer de emmer overloopt. Waar jouw emmer mee gevuld wordt, is afhankelijk van jou als individu:
- Stress
- Gebrek aan slaap (en dus gebrek aan herstel)
- Verkeerd voedingspatroon of overgewicht
- Gebrek een spierkracht
- Structurele schade
- Roken
- Trainingsschema met een gestoorde belasting/belastbaarheid
- …
Deze manier van denken biedt het voordeel dat er meerdere wegen naar Rome (herstel) leiden. Er bestaat geen uniforme aanpak is voor lage rugpijn. Iedereen kan zijn of haar lage rugpijn aanpakken op zijn manier.
Bronnen:
Hoy D, Bain C, Williams G, March L, Brooks P, Blyth F, Woolf A, Vos T, Buchbinder R. A systematic review of the global prevalence of low back pain. Arthritis Rheum. 2012 Jun;64(6):2028-37. doi: 10.1002/art.34347. Epub 2012 Jan 9. PMID: 22231424.
Koes BW, van Tulder MW, Thomas S. Diagnosis and treatment of low back pain. BMJ. 2006 Jun 17;332(7555):1430-4. doi: 10.1136/bmj.332.7555.1430. PMID: 16777886; PMCID: PMC1479671.
Maher C, Underwood M, Buchbinder R. Non-specific low back pain. Lancet. 2017 Feb 18;389(10070):736-747. doi: 10.1016/S0140-6736(16)30970-9. Epub 2016 Oct 11. PMID: 27745712.
Recente reacties