Wanneer we bij Google “definitie van pijn” ingeven, krijgen we onmiddellijk allerlei definities uit verschillende woordenboeken. Eentje daarvan gaat als volgt: “een onaangename fysieke ervaring die gepaard gaat met een kwetsuur of ziekte”. Deze definitie slaat de bal volledig mis, want pijn is veel meer dan een kwetsuur, blessure, ziekte of andere vorm van fysieke schade.

Waar kunnen we de juiste definitie vinden? Zoals je altijd zou moeten doen als je iets niet weet: vraag raad aan experts. Deze keer kunnen we terecht bij het IASP: the International Association for the Study of Pain. Zij stelden reeds in 1979 een definitie voor, maar in 2020 werd deze geüpdatet: “een onaangename sensorische en emotionele ervaring geassocieerd met echte of potentiële weefselschade”.

Deze definitie bevat een aantal zéér belangrijke punten:

  1. Het is een sensorische en emotionele ervaring

Dit wil zeggen dat pijn niet enkel iets is wat je fysiek kan voelen, maar ook emoties kan teweegbrengen. Denk aan angst, paniek, verdriet maar in sommige gevallen ook deugd (denk aan mensen die plezier beleven aan zweepslagen in de slaapkamer of iemand die geniet van een massage van een pijnlijke regio).

Daarnaast betekent het ook dat wanneer je reeds emotioneel bent (denk aan burn-out, depressie…), dit een invloed kan hebben op jouw pijn. Dat wil zeggen: iets wat in normale omstandigheden geen pijn doet, kan bijvoorbeeld wél pijn doen als je zojuist een dierbare hebt verloren.

2. Een ervaring geassocieerd met weefselschade of potentiële weefselschade

Ook dit deel kunnen we ontleden. Pijn gaat niet altijd gepaard met weefselschade. Pijn is niet altijd een indicatie dat er wat “stuk” of “beschadigd” is. Belangrijk is dat we een opdeling maken in acute (plotse) pijn en chronische (pijn die minstens 3-6 maanden aanwezig is).

Acute vs chronische pijn

Bij acute pijn is de pijn meestal een goede indicatie dat je wat weefselschade hebt opgelopen: een spierscheurtje, een enkel omgeslagen, een vinger verbrand, een voetbal in je gezicht gehad, enzovoort. Je kan er op vertrouwen dat wanneer deze zaken pijn doen, er ook wel effectief wat beschadigd is geraakt: je huid, een enkelband, een aantal spiervezels… Je lichaam reageert nu in de gekwetste zone meestal wat heviger op bepaalde prikkels. Een verbrande vinger zal nu ook pijn doen wanneer je hem onder warm water houdt, terwijl de andere vingers dat prima kunnen verdragen. De minste beweging van je enkel is gevoelig, terwijl je jouw andere enkel wel gewoon alle kanten op kan bewegen. Op deze manier beschermt jouw lichaam zichzelf, dat is normaal en goed.

Bij chronische pijn is deze pijnervaring meestal een minder goede graadmeter van weefselschade. Jouw zenuwstelsel is zo gevoelig voor alle prikkels, dat er ook pijn komt kijken bij onschuldige bewegingen of prikkels. In de definitie van pijn staat dat pijn ook geassocieerd kan worden met potentiële (mogelijke) weefselschade. Bij chronische pijn wil dit zeggen dat jouw lichaam een doodnormale beweging (of andere prikkel) als potentieel gevaarlijk beschouwt en daarom pijn aangeeft. Dit is echter nadelig, omdat dit een overmatige bescherming geeft die je ervan weerhoudt alledaagse dingen te doen.

Bij chronische pijn is het erg belangrijk om te weten dat niet alle pijn duidt op weefselschade. Op die manier hoef jij niet elke pijn te catastroferen. Pijn is niet altijd een signaal van weefselschade. Het kan een signaal zijn dat jouw lichaam vermoedt dat er weefselschade zou kunnen optreden of opgetreden zou kunnen zijn. De keerzijde van de medaille is dat je dit gegeven niet mag gebruiken om door jouw chronische pijn heen te willen gaan: hiermee maak je het enkel erger. Je mag bewegen met wat pijn, maar genoeg is genoeg. Als je door je chronische pijn wil gaan, ga je je zenuwstelsel enkel gevoeliger maken terwijl dit reeds in een verhoogde alarmfase verkeert. Je pijn bewust zo veel mogelijk gaan uitlokken heeft het tegenovergestelde effect van wat je wil bereiken. Je wil namelijk je zenuwstelsel prikkels in de juiste proportie tot hun intensiteit gaan doorgeven en ontvangen. Zo moet pijn opnieuw een goede indicatie geven wanneer er effectief weefselschade is of wanneer er effectief weefselschade op de loer ligt. Hoe je dit kan doen, zal je kunnen lezen in toekomstige artikels en/of posts.